6 duidelijke symptomen dat je te veel werkt

Je kan veel werken. En je kan te veel werken. De hamvraag: wanneer wordt veel alvast te veel? Deze 6 symptomen zijn op dat vlak duidelijke rode vlaggen dat je te ver aan het gaan bent. En dat je maar beter zo snel mogelijk kan bijsturen voor je eigen goed.

1. Je hebt het enkel nog over je werk

’s Avonds aan tafel thuis of bij jouw vrienden op café, het maakt niet uit. Het lijkt wel of je enkel nog over je werk kan bezig zijn. Uiteraard mag je het daarover hebben. Maar niet de hele avond. Jouw familie en vrienden willen jouw nabijheid immers ook als mens voelen. En het over andere dingen hebben. Probeer dus zeker dat evenwicht te bewaren.

2. Er lijkt geen einde te komen aan je werkdag

’s Morgens na de koffie glijd je in je bureaustoel om er niet meer uit te komen voor zessen. Dan snel wat eten en nog even een aantal dingen klaarzetten voor morgen. Kortom, de verhouding tussen je werkdag en je leven is compleet zoek. Tuurlijk komen die dagen voor. Wanneer ze echter meer regel dan uitzondering zijn, is het tijd om het roer om te gooien.

3. Je bent constant in werkmodus

Overdag is het gas geven op het werk om alles klaar te krijgen, op weg naar huis doe je nog snel een aantal telefoons en ’s avonds op de sofa beantwoord je nog een aantal mails. Dat betekent dat je constant in werkmodus bent. Voor je het weet, gaat dit je lichaam en geest impacteren. Je slaapt minder goed, je voelt je prikkelbaar en gejaagd en je happy gehalte daalt zienderogen. Schakel die werkmodus daarom (zo vaak als mogelijk) onverbiddelijk uit aan het eind van de werkdag. En in de weekends. En tijdens je vakanties.

4. Je leeft in een waas

Het leven lijkt aan je voorbij te trekken zonder dat je er besef van hebt. Tijdens de weekends kan je maar half genieten omdat er alweer muizenissen door je hoofd spoken van hoe je het komende week allemaal zal moeten redden. Kortom, tijdens je vrije momenten leef je op automatische piloot. Niet goed voor je welzijn. Tijd om een ommezwaai te maken. En weer tijd te maken voor jezelf, je familie en vrienden. Zoals het hoort.

5. Jij bent je werk

Je gaat je volledig associëren met je werk. Sterker nog: jouw identiteit wordt er voor een groot deel door bepaald. Dat kan niet de bedoeling zijn. Ook andere interessesferen moeten je mee tot de mens maken die je bent. Misschien ben je een begenadigd muzikant, een gezellig mens, een uitstekende kok en/of een liefhebbende ouder. Al die dingen maken je tot wie je bent. Niet enkel je werk.

6. Je wil voortdurend de controle

Alle dingen die met je werk te maken hebben, daar wil je bovenop zitten. Dat resulteert in een soort van obsessieve focus waar op de duur niet enkel jijzelf maar ook je familie, vrienden en collega’s gaan onder lijden. Leer daarom ook dingen los te laten en een en ander te relativeren.

Pascal Dewulf