Korte break of lange vakantie?

Veel korte tripjes of één lange verre reis? Sommige werknemers opteren om het hele jaar door korte vakanties te plannen, anderen tellen het liefst een heel jaar lang af naar één lange pauze van enkele weken. Streekpersoneel weegt de pro’s en contra’s van beide tegen elkaar af.

Uitkijken en aftellen

Kort weg? Zodra je weer achter je bureau zit, kan je opnieuw beginnen uitkijken naar het volgende tripje. Je zoekt leuke restaurantjes op, checkt de gemiddelde temperatuur en ziet je al helemaal zitten met een cocktail op het terras.

Een lange trip vergt meer voorbereiding, wat resulteert in langere voorpret. Bagage voorbereiden, een reisroute uitstippelen, inentingen regelen, alle campings bevestigen. Elke to do die je van het vakantielijstje afvinkt, brengt je weer een stap dichter bij jouw mooiste tijd van het jaar. Wat meer geduld hebben, is hier vooral de boodschap.

(ont)spanning

Enkele keren per jaar de pauzeknop induwen, zorgt voor ademruimte. Voel je al even dat je tegen je limiet aan zit? Een weekje bijslapen, tijd nemen voor familie en vrienden en eindelijk de garage opruimen, kan deugd doen. Voor velen de manier om een werkjaar in stappen te overbruggen. De vraag is hier of het lukt om het werk helemaal los te laten?

Kies je voor een lange break? Dan weet je dat je gegarandeerd echt zal ontspannen. Want vaak zit je in de eerste week van je vakantie toch nog in het werkritme. Elke ping van je mailbox doet je opschrikken en je knop staat nog ingesteld op snel-snel boodschappen doen voor de avondrush. Maar na een week ebt dat weg en voel je dat alle werkspanning verdwijnt.

Vakantiegevoel: wat zeggen de experts?

Onderzoek toont aan dat het vakantiegevoel na een weekje meestal verdwijnt, ongeacht de duur van je vakantie. De euforie van drie dagen Berlijn is hetzelfde als het zen-gevoel dat je nog even met je meedraagt na een maand Thailand. Kortere trips zijn volgens de experts een betere optie. Je kan dan enkele keren per jaar genieten van de boost van een vakantie.

Eveline Janssens

Bron: www.gezondheid.be