De jaarlijkse vakantie: ken je rechten (maar ook je plichten)

De jaarlijkse zomervakantie komt er weer aan. Een heerlijke tijd, maar toch ken je best ook je rechten (en plichten) op dat vlak. Wij sommen ze graag even voor jou op.

Minimum aantal vakantiedagen

Jaarlijks heeft iedere werknemer in principe recht op minimum 20 vakantiedagen. Die vakantiedagen worden steeds bepaald op basis van het aantal gepresteerde arbeidsdagen in het jaar ervoor, het zogenaamde ‘vakantiedienstjaar’. Ook starters hebben sinds 2012 in principe recht op twintig vakantiedagen. Dat is een door Europa uitgevaardigde maatregel onder de vorm van een zogenaamde aanvullende vakantie.

Na een eerste gewerkte periode van drie maanden, bouw je als starter zo het recht op een week ‘aanvullende vakantie’ op. Nadien komen daar per gepresteerde maand telkens twee verlofdagen bovenop. Je werkgever betaalt tijdens je afwezigheid als starter ook je normale loon uit, maar zal dit het jaar daarop aftrekken van je dubbel vakantiegeld.

Junior of senior

Ben je een schoolverlater jonger dan 25 jaar, heb je je studies afgerond (of stopgezet) tijdens het ‘vakantiedienstjaar’, heb je tijdens datzelfde ‘dienstjaar’ al minstens één jaar in loondienst gewerkt en zijn je wettelijke vakantiedagen uitgeput, dan kan je daarnaast van het voordelige systeem van ‘jeugdvakantie’ genieten.

Die vakantie geeft naast recht op twintig verlofdagen eveneens recht op een zogenaamde jeugdvakantie-uitkering. Ook voor vijftigplussers bestaat er een speciale regeling, de zogenaamde seniorvakantie. Wanneer ze na een periode van inactiviteit het werk hervatten, krijgen ze vier weken vakantie, uitbetaald door de RVA.

Extra vakantiedagen

Kijk zeker ook eens in jouw arbeidsreglement en naar de sector waarin je actief bent. Afhankelijk daarvan heb je mogelijk nog recht op extra vakantiedagen. De algemene regel is alvast dat je doorgaans per 5 jaar anciënniteit één extra vakantiedag verdient.

Ook heb je in sommige sectoren recht op arbeidsduurverminderingsdagen (zogenaamde ADV-dagen) ter compensatie van overwerk. Acht uur overwerken levert één rustdag op.

Ook kan je werkgever je belonen met extralegale vakantiedagen: hij kan jou bovenop het wettelijke verlof immers bijkomende vakantiedagen gunnen. Verlof als een soort van gunst dus die hij heeft gegeven of die jij via onderhandeling hebt gekregen.

Heb je dan nog niet genoeg dan kan je bij je baas gaan pleiten voor ‘vakantie zonder wedde’. In functie van de workload kan je baas dat al dan niet toezeggen. Er bestaat echter geen wettelijke regeling rond. In dat geval ben je met andere woorden afhankelijk van de goodwill van je baas.

Belangrijk: tijdens onbetaald verlof bouw je geen sociale rechten op. Tot slot, niet benutte wettelijke vakantiedagen kan je niet overdragen naar het volgend jaar. Neem je ze niet op, dan ben je ze kwijt. In elk geval heb je jaarlijks tussen 1 mei en 31 oktober recht op twee weken ononderbroken vakantie.

Pascal Dewulf