Energiecrisis beïnvloedt thuiswerkgewoontes

De coronalockdown heeft ons thuiswerk in een stroomversnelling gebracht, zoveel is duidelijk. Maar ook de energiecrisis blijkt een invloed te hebben op onze vers ingeslepen thuiswerkgewoontes. In de helft van de Belgische bedrijven hebben werknemers hun pendelgedrag aangepast: ze komen méér naar kantoor en minder met de (eigen) auto. HR-bedrijven Acerta en Bright Plus voerden er onderzoek naar.

Uit de tweejaarlijkse werkgeversbevraging van hr-dienstenbedrijf Acerta en onderzoeksbureau Indiville blijkt dat wie de mogelijkheid heeft om thuis te werken, dat gemiddeld één of twee dagen in de week doet. Slechts een kwart van de Belgen (27%) werkt nog steeds drie dagen of meer thuis per week. Dat is de balans drie jaar na de eerste coronalockdown in 2020. Brussel spant de kroon in ons land: in 97% van de Brusselse bedrijven mogen werknemers thuiswerken. De huidige regelingen in de Belgische bedrijven lijken er intussen ook ingeslepen. 63% van de ondernemingen zegt dat de huidige verhouding tussen thuiswerk en kantoorwerk in de toekomst zal blijven zoals die nu is. Een kwart (24%) wil zijn werknemers toch nog meer op kantoor en 13% wil dat medewerkers meer gaan thuiswerken dan nu het geval is.

Nieuw leiderschapsmodel

De meeste Belgische bedrijven evalueren de huidige hybride werkregeling positief. Ellen Van Grunderbeek, juridisch experte bij Acerta Consult: “Algemeen heeft thuiswerk gezorgd voor meer vertrouwen in werknemers en meer autonomie voor de teams.” Uit de bevraging blijkt dat het evenwicht tussen thuiswerk- en kantoordagen in 44% van de gevallen wordt beslist op teamniveau, in 27% van de gevallen kiest de medewerker zelf welke balans hij/zij wil. “De beste basis voor die keuze is de inhoud van het werk. We maken een onderscheid tussen synchroon werk – opdrachten die je samen in team doet, zoals brainstormen en vergaderen – en asynchroon werk – taken die je individueel doet, zoals research en mails beantwoorden. Op de thuiswerkvloer is het wel belangrijk dat collega’s voldoende betrokkenheid blijven ervaren. Mensen kunnen thuis geïsoleerd geraken, los van hun werkgever, hun team en collega’s. Langs de andere kant kunnen mensen het gevoel hebben altijd beschikbaar te moeten zijn en dus niet (voldoende) kunnen deconnecteren van het werk. Dat maakt dat thuiswerk ook het leiderschapsmodel heeft veranderd”, duidt Ellen Van Grunderbeek.

Kosten besparen

Niet alleen de coronacrisis, maar ook de energiecrisis heeft een impact op onze pendelgewoontes. De eerste cijfers tonen aan dat de helft van de bedrijven merkt dat werknemers hun routines hebben aangepast om kosten te kunnen besparen. In een kwart van de bedrijven (26%) komen werknemers meer naar kantoor om thuis te besparen op energie. 22% kiest een ander vervoersmiddel dan de (eigen) wagen om naar het werk te pendelen en zo brandstof uit te sparen. En in bijna een op de tien bedrijven (8%) merken ze dat werknemers zelfs meer komen douchen op het werk.

Ook Bright Plus deed onderzoek. Daaruit blijkt dat Belgen momenteel gemiddeld 1,5 dagen per week van thuis uit werken. In Vlaanderen is dat 1,6 dagen, in Wallonië gaat het om 1 dag per week. Maar we willen meer. De Belg wil immers tussen de 2 en 3 dagen op zijn thuiswerkplek vertoeven. De belangrijkste reden ? De (vaak nutteloze en tijdrovende) verplaatsing naar kantoor. Wie wel naar kantoor komt, doet het vooral uit verplichting of om samen te werken met collega’s.

In uitzonderlijke gevallen

Slecht zit het met dat thuiswerken alvast niet. Zowat 70% van de ondervraagden kan van thuis uit werken. Nuance: voor 13,4% is dat alleen toegestaan in uitzonderlijke gevallen. Thuiswerk blijkt vooral in Vlaanderen en Brussel een hoge vlucht te nemen. Respectievelijk 59,3% en 55,4% van de medewerkers kunnen er in principe thuiswerken. In Wallonië lijkt dit wat stroever te verlopen. Daar zitten ze aan 39,2% van medewerkers die van thuis uit kunnen werken.

Beter en evenwichtiger

We staan er in Vlaanderen niet enkel beter voor op het vlak van thuiswerk. We werken ook vaker van thuis uit. Toch kan het voor de Vlaming zeker nog beter. De meesten van de ondervraagden geeft immers aan 2 à 3 dagen als ideaal te zien om vanaf de thuiswerkplek aan de slag te zijn. De redenen? De verplaatsing blijkt zoals gezegd voor 7 op 10 een erg belangrijke reden te zijn. Ruim 1 op 2 geeft aan dat ze door thuiswerk hun job en gezinsleven beter en evenwichtiger ervaren. Ook concentratie en afleiding vormen daarnaast een belangrijke factor. Zo werkt bijna 4 op 10 van de respondenten liever thuis omdat ze daar minder afleiding hebben en zich zo beter kunnen focussen op hun job.

Werk aan de winkel

Het mag dan ook niet verwonderen dat slechts 1 op 3 van de ondervraagde medewerkers graag naar kantoor gaat. Een opvallend verschil is dat vooral jonge(re) medewerkers liever naar kantoor komen (41,4%) dan oudere collega’s (24,1%). Voor bijna 1 op 2 is het een verplichting vanuit het bedrijf. En is er daarnaast ook druk van leidinggevenden en collega’s. Er is dus zeker nog werk aan de winkel voor de meer traditionele bedrijven. Door hun conservatieve houding zouden ze immers wel eens achterop kunnen gaan hinken wanneer het aankomt op het aantrekken van nieuw talent. Belangrijk is ook om het verblijf op het kantoor zinvol en duidelijk te maken. Op kantoor aanwezig zijn omdat het altijd zo was of omdat de baas het wil, is dan ook niet langer een valabele reden.

Mieke Vercruijsse/Pascal Dewulf