Meer werknemers met STEM-profiel : de toekomstgerichte leeromgeving

Uit cijfers van Agoria, de federatie van de bedrijven van de Belgische technologische industrie, blijkt dat we afstevenen op een groot tekort aan werknemers met een STEM-profiel. Een heroriëntering van ons onderwijs zou soelaas moeten bieden.

Hoe ziet onze leeromgeving er in de toekomst uit? Stappen we nog meer af van de leerkracht die vooraan in de klas lesgeeft en de leerlingen die de leerstof op die manier absorberen? Gaan we volledig naar een vorm waarbij de leerkracht een coachende rol heeft? Volgens het STEM-platform, een adviesorgaan van de Vlaamse overheid, hebben we beide vormen van lesgeven nodig.

Manier van lesgeven

De snelle ontwikkelingen in de samenleving, op de arbeidsmarkt en in de bedrijven hebben een invloed op het onderwijzen zelf en op de rol van de onderwijzer. De leraar dient opgeleid te worden met skills om ook coachend de leerlingen te kunnen onderwijzen en de 21ste-eeuwse vaardigheden, zoals problemen oplossen, mediawijsheid, samenwerken, informatievaardigheden,… bij de leerlingen te ontwikkelen. Elke leerling dient uitgedaagd te worden het beste van zichzelf te geven.

De STEM-leraar

Een aantrekkelijk en effectief STEM-onderwijs vraagt uiteraard goed opgeleid en enthousiast onderwijzend personeel. Het is dan ook belangrijk om in te zetten op het beroep van STEM-leraren.

Een eigen leerproces

Wanneer in het onderwijs levenslang leren tot een vanzelfsprekendheid behoort voor de jongeren en ze gefascineerd worden, zullen ze meer geneigd zijn eigenaar te worden van hun eigen leerproces. Het onderwijs legt de basis voor de zin in levenslang leren.

Onderwijs en bedrijfswereld hand in hand

In de leertrajecten kun je reële situaties (uit de bedrijfswereld bijvoorbeeld) introduceren door de jongeren duaal leren aan te bieden. Dit kan eveneens door schoolkinderen te laten meedraaien in onderzoeksprojecten van bedrijven en onderzoeksinstituten, door mogelijkheden te bieden voor buitenlandse stages in bedrijven of instellingen.

Mieke Vercruijsse

Bron: Michael Verbeeck, STEM-platform