Hoe een ontbijtkoek je je job kan kosten

Als je als werknemer iets opeet uit de winkel van je werkgever zonder dat voorafgaandelijk te betalen, kan je wel eens worden ontslagen om een dringende reden. Dat blijkt alvast uit een recent arrest van het arbeidshof in Brussel.

Wat was er gebeurd?

Een werkneemster werkte in een warenhuis waar onder meer ontbijtkoeken werden verkocht. Tijdens de werkuren nam ze een ontbijtkoek mee om die op te eten in een naastgelegen ruimte. Toen dat werd vastgesteld gaf de werkneemster toe de ontbijtkoek niet eerst betaald te hebben.

De werkgever ontsloeg de werkneemster om een dringende reden. Zij had volgens de werkgever, die ook wees op bestaande interne procedures, de ontbijtkoek voorafgaandelijk aan het opeten ervan moeten betalen. Bovendien was het volgens de werkgever verboden om tijdens de werkuren iets te eten.

Wat besliste de rechter?

Het arbeidshof gaf de werkgever gelijk en meende dat er inderdaad sprake was van een geldig ontslag om een dringende reden. Volgens de rechter kampen grootwarenhuizen nu eenmaal met heel wat diefstallen waardoor het begrijpelijk is dat zij allerhande regels invoeren om zulke diefstallen te vermijden. Volgens de rechter waren er ook duidelijke interne voorschriften op dit vlak die de werkneemster met de voeten trad. Het feit dat de werkneemster nadien de ontbijtkoek alsnog betaalde, deed daar volgens de rechter niets aan af.

Wat te onthouden?

Als je je bezondigt aan een diefstal van goederen van je werkgever, riskeer je vooreerst strafrechtelijk te worden vervolgd. Bovendien kan de diefstal een dringende reden voor een ontslag vormen. Is er sprake van een kleinigheid die je meenam, dan zijn er vooreerst rechters die van oordeel zijn dat zelfs de diefstal van iets kleins als een dringende reden voor een ontslag kan worden aanzien. Andere rechters zijn milder. Staat er in het arbeidsreglement een bepaling die aangeeft dat diefstal steeds als een reden voor een ontslag om dringende reden dient te worden beschouwd dan is dat een element waar de rechtbank bij de beoordeling rekening mee kan houden.

Jan Roodhooft, advocaat

Arbeidshof Brussel, 5 januari 2022, JTT,2022, 358