Hoelang kan je werkgever ten onrechte betaalde bedragen van jou terugvragen?
06/06/2017
Je werkgever betaalt je -per vergissing- te veel loon uit. Enkele jaren later pas stelt hij dat vast. Kan hij dat bedrag dan onbeperkt van jou terugvorderen of zijn er verjaringstermijnen die spelen? Een arrest van het Hof van Cassatie gaat in op deze vraag.
Wat was er gebeurd?
Een werkgever betaalde in de loop van een arbeidsovereenkomst te veel loon uit aan een werknemer. Toen de werkgever daar echter kwam, vroeg hij het te veel betaalde terug. De werknemer weigerde het bedrag terug te betalen. Hij was namelijk van oordeel dat de vordering van de werkgever verjaard was.
Volgens de werknemer had de werkgever de terugbetaling moeten vragen binnen het jaar na het eindigen van de arbeidsovereenkomst of binnen de vijf jaar na het feit waaruit de vordering is ontstaan, zonder dat deze termijn één jaar na het eindigen van deze overeenkomst mag overschrijden. Die termijn was hier niet gerespecteerd.
Wat besliste de rechtbank?
De werknemer kreeg van het arbeidshof gelijk. Dat meende dat de vordering van de werkgever inderdaad verjaard was. De werkgever liet het er echter niet bij en stapte naar het Hof van Cassatie waar hij op zijn beurt gelijk kreeg. Volgens het Hof van Cassatie speelt de verjaringstermijn uit de arbeidsovereenkomstenwet hier niet. De werkgever had dan ook -volgens het hof- na de ‘verkeerde’ betaling nog tien jaar de tijd om het per vergissing betaalde bedrag terug te vragen van de werknemer.
Wat te onthouden?
Als je werkgever je te veel loon (of andere vergoedingen) betaalt, dan heeft hij meestal het recht om dit bedrag van jou terug te vorderen. Om die vordering in te stellen beschikt hij over een termijn van tien jaar te rekenen vanaf de onterechte betaling.
Hou er overigens rekening mee dat als de werkgever kan aantonen dat je te kwader trouw was (je wist dat je werkgever je te veel betaalde, maar hoopte dat niemand dat zou merken), je werkgever ook intresten van jou zou kunnen vragen op datgene wat je te veel ontving.
Jan Roodhooft, advocaat