Het winteruur doet niet iedereen deugd
30/10/2023
Afgelopen weekend schakelden we over op het winteruur. Welk bioritme je hebt, speelt een rol in hoe makkelijk je je aanpast aan een uurwisseling. Nachtuilen – een kwart van de werknemers – wennen moeilijker aan het winteruur dan vroege vogels. Zij hebben het ook moeilijker om ’s morgens productief te zijn.
Precies een kwart van de werknemers zijn ‘nachtuilen’. Zij hebben ’s ochtends moeite om op kruissnelheid te komen, maar voelen zich ’s avonds wel vol energie. Voor ruim vier op de tien werknemers heeft de ochtendstond dan weer goud in de mond. Dat blijkt uit een onderzoek van Protime, marktleider in onder meer tijdregistratie en workforce management oplossingen.
De productiefste uren
Nachtuilen hebben meestal meer last van de omschakeling naar winteruur dan de vroege vogels. Dat komt omdat ze het moeilijker vinden om eerder in slaap te vallen. Bovendien heeft je bioritme invloed op je piekmomenten tijdens de dag. De productiefste uren? Voor bijna de helft van de Vlamingen vallen die tussen 9 en 12 uur. Een tiende van de werknemers presteert dan weer optimaal naar het einde van de werkdag toe, zo tussen 15 en 17 uur. Voor 6% van de werknemers maakt het weinig uit; zij voelen zich op elk moment van de dag even productief.
- In de voormiddag, tussen 9u en 12u (46%)
- In de vroege ochtend, tussen 6u en 9u (18%)
- In de late namiddag, tussen 15u en 18u (10%)
- In de vroege namiddag, tussen 12u en 15u (7,5%)
- In de avond, tussen 18u en 21u (7%)
- Ik ben op elk moment van de dag even productief (6%)
- Ik weet het niet (3,5%)
- ’s Nachts (2%)
“Als werknemers in harmonie kunnen werken met hun bioritme, dan heeft dat een grote impact of hun productiviteit. Avondmensen die moeilijkere taken mogen uitvoeren in de namiddag of avond, op het moment waarop hun creativiteit het hoogst is, presteren niet alleen beter maar zijn bovendien ook gelukkiger”, vertelt Lode Godderis, professor arbeidsgeneeskunde aan de KU Leuven..
Zelf de werkuren bepalen
Bijna de helft van de werknemers houdt rekening met zijn of haar productiviteitspieken bij het uitvoeren van werktaken. Om dit te kunnen doen, moet je wel voldoende autonomie hebben over je werkuren. Vandaag kan al 43% onafhankelijk van zijn of haar leidinggevende of collega’s beslissen wanneer hij of zij werkt. Een pak meer werknemers (70% – 73% van de mannen en 66% van de vrouwen) is echter vragende partij om dit te kunnen doen. Opvallend is dat er meer mannen (51%) zelf hun werkuren kunnen indelen dan vrouwen (37%). Dit kan deels verklaard worden doordat er meer mannen dan vrouwen in hogere functies te vinden zijn. Hoe hoger de functie, hoe hoger de autonomie.
Mieke Vercruijsse