Pensioensparen is het populairste extralegale voordeel

Wie van de werkgever de kans krijgt om zelf enkele extralegale voordelen te kiezen via een cafetariaplan, opteert het vaakst voor pensioensparen. De wagen en de extra vakantiedagen boeten in aan populariteit.

Via een cafetariaplan kunnen werknemers hun loonpakket nauwer laten aansluiten bij hun eigen noden. Ze kunnen zelf kiezen of en hoe ze in het plan instappen.

Financieel appeltje voor de dorst

Uit een analyse van hr-dienstverlener Acerta blijkt dat wie de mogelijkheid krijgt van zijn werkgever om zelf een deel van het loon samen te stellen, vaak kiest voor een financieel appeltje voor de dorst. Meer dan een kwart (28,6%) van de werkende Belgen met een cafetariaplan doet aan pensioensparen via de werkgever. Dat is weliswaar iets minder dan de 31,5% van vorig jaar, maar dat was toen een recordresultaat. Naast pensioensparen, nemen ook warranten (aandelenopties) een hoge vlucht dit jaar. De interesse in warranten herstelde zich van de dip van 7% in 2022 naar 11,4% in 2023. De Belg als spaarder doet zijn naam hier weer alle eer aan, zeker gezien de verhoogde levensduurte. “Werknemers er zich meer dan ooit van bewust dat ze wat geld opzij moeten zetten voor hun latere leven. Ze kiezen daarom niet geheel onverwacht vooral voor pensioensparen. Maar ook opvallend veel werknemers kiezen opnieuw voor extra cash via warranten”, vertelt Ellen Roelants, experte verloning bij Acerta Consult.  

Thuiswerkeffect

Ook het thuiswerkeffect laat zich voelen binnen de cafetariaplannen. Multimedia hebben de laatste jaren een vaste plaats verworven binnen de extralegale voordelen en blijven erg populair. 13,5% van de Belgen heeft een zelfgekozen telefoon van het werk en 15,6% een zelfgekozen computer. Tezelfdertijd zorgt het hybride werken ervoor dat er al twee jaar op rij minder werknemers extra vakantiedagen kopen. Goed een op de tien Belgen (10,7%) koopt via een cafetariaplan extra vakantie bij.  “Telewerk zorgt ervoor dat werknemers minder behoefte hebben aan vakantie, omdat ze in hun thuiskantoor hun work-lifebalans beter kunnen bewaken”, legt Ellen Roelants uit. En doordat we steeds meer tijd in ons thuiskantoor doorbrengen, kiezen ook minder werknemers voor mobiliteitsoplossingen (8,8% ten opzichte van 12,4% vorig jaar).

De fiets blijft bekoren

De fiets wint weliswaar aan belang (van 4% naar 5,3%), maar de wagen verliest terrein (van 8,4% in 2022 naar 3,5% in 2023). “Wellicht is het thema mobiliteit  ‘groter’ dan de cijfers laten uitschijnen. Mobiliteitskeuzes worden immers meestal meteen voor een aantal jaren gemaakt. Wie bijvoorbeeld vorig jaar of het jaar daarvoor in een fietslease of wagenlease is gestapt, doet dat dit jaar niet nog eens. En toch is de fiets weer goed voor iets meer dan 5% van de keuzes, dat is iets meer dan de 4% vorig jaar. Dat de elektrificatie van wagens nog altijd aan de gang is, heeft blijkbaar niet kunnen verhinderen dat werknemers minder vaak kiezen om budget naar de auto te laten gaan”, besluit Ellen Roelants.

Mieke Vercruijsse