Deze vergoeding kan je vragen in ruil voor een niet-concurrentiebeding
28/11/2018
Als je werkgever een niet-concurrentiebeding in je arbeidsovereenkomst zet, moet hij je vaak een vergoeding betalen als hij zich daarop wil beroepen. Op welk bedrag kan je daarbij aanspraak maken? Kan je werkgever aan de betaling van dat bedrag ontsnappen?
In je arbeidsovereenkomst kan een clausule staan waarin jij je ertoe verbindt om na je vertrek geen ‘soortgelijke activiteiten’ uit te oefenen. Als dat het geval is, heb je vaak recht op een vergoeding als je werkgever zich erop beroept. Wat moet je daarvan weten?
Welke vergoeding?
Als je werkgever zich beroept op het niet-concurrentiebeding moet hij je veelal een eenmalige forfaitaire compensatievergoeding betalen als je het bedrijf verlaat. Deze vergoeding bedraagt ten minste de helft van het brutoloon dat je tijdens de toepassingsduur van het concurrentiebeding ontvangen zou hebben.
Het niet-concurrentiebeding in je arbeidsovereenkomst moet trouwens expliciet vermelden dat je op deze vergoeding recht hebt. Staat dat er niet in, dan is het niet-concurrentiebeding niet geldig.
En als je werkgever er afstand van doet?
Je kan geen aanspraak maken op deze vergoeding als je werkgever afstand doet van het niet-concurrentiebeding. Hij kan dat doen binnen de vijftien dagen na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Deze afstand kan strikt gezien zowel schriftelijk als mondeling gebeuren. Als je werkgever de afstand niet aan jou ter kennis bracht via een aangetekende brief riskeert hij dit bewijs niet te kunnen leveren.
Niet voor handelsvertegenwoordigers
Als je actief bent als handelsvertegenwoordiger bij je werkgever geldt het voorgaande niet. In dat geval kan je geen aanspraak maken op een financiële compensatie voor de opname van een niet-concurrentiebeding in je arbeidsovereenkomst. Je werkgever kan dan een niet-concurrentiebeding inlassen in je contract zonder dat hij je daarvoor enige vergoeding verschuldigd is.
Jan Roodhooft,advocaat