Thuiswerk één jaar later: hemel of hel?

We mogen ondertussen een jaartje op de teller zetten. Een jaartje van thuiswerken, afwachten, kijken van waar de wind komt en ons aanpassen aan een steeds veranderende realiteit. Klinkt niet direct als een feestje. Of een jubileum. Eerder als een opgelegd nummer. Sommigen zijn er ondertussen helemaal aan gewoon. Anderen voelen zich vervreemd, geïsoleerd en aan het eind van hun Latijn.

Emotionele rollercoaster

Als het voorbije (werk)jaar met iets kan worden vergeleken, dan is het wel met een emotionele en professionele rollercoaster. Vanaf half maart vorig jaar een volledige lockdown met thuiswerken als norm om dan vanaf juni stilaan weer wat de teugels te lossen. Met het mondmasker aan tot op een zomers terras, handgel in de aanslag. Even opnieuw genieten van de beperkte, herwonnen vrijheid om vervolgens vanaf oktober weer helemaal tot stilstand te komen. Vanaf dan zeven maanden wachten op betere tijden. Ondertussen in de beslotenheid van je thuiswerkplek de dagen aan mekaar rijgen met Zoom calls of Teams meetings. En uitkijken naar een vaccin dat er aankomt. Als werkende mens ben je immers nog niet aan de beurt, tenzij je in de zorg of andere specifieke plekken vertoeft. Je moet al van goeden huize om dan nog monter en blij gemutst door het leven te gaan.

Doemscenario

Het klinkt als een doemscenario, maar toch is er voor heel wat mensen ook een heel nieuwe wereld opengegaan. Plots beseften ze dat al die verplaatsingen van en naar het werk eigenlijk compleet nutteloos waren. Ook heel wat verplichte meetings moesten eraan geloven. Plots waren die niet leuk meer. Er kon aansluitend niet langer uitgebreid geluncht worden en de happy hours op vrijdagavond waren er ook al niet meer bij. En dan was er dat thuiswerken zelf. Precorona had thuiswerk nog iets exotisch. Iets spannend. Even weg van kantoor, op je sokken tot bij de thuiswerkplek. Een soort van hedonistisch privilege dat een aantal onder ons kregen. Kon je twee dagen per week thuiswerken, dan was je al een behoorlijke knakker.

Verplichte kost

Toen werd thuiswerk voor iedereen plots verplichte kost. En zoals dat dan bij alles gaat dat verplicht is: plots is dat dan weer heel wat minder leuk. Wanneer een privilege een algemeen aanvaard gegeven wordt: tja, dan is het natuurlijk geen privilege meer. Even ging het in omgekeerde richting. Sommigen mochten weer een dagje per week richting kantoor voor de hoogst noodzakelijke dingen. Spullen die je echt niet vanaf je thuiskantoor geklaard zou krijgen. En toen werd dat weer een privilege. Een mens wil altijd wat hij niet heeft. De aard van het beestje, weet je wel.

Luxeprobleem

Laten we echter niet aan de klaagmuur staan. We hebben het voorbije jaar eigenlijk een luxeprobleem gehad. Familie, eten, drinken, onderdak: voor de meesten was het er nog allemaal. Sommigen moesten afscheid nemen van dierbaren. Dat ook. De dagelijkse realiteit was (en is) er echter nog, maar net iets anders dan. Onze vrijheid is drastisch ingeperkt. Dat zeker. Heeft iedereen het daar moeilijk mee? De muurbloempjes op kantoor voelen zich alvast in hun sas, de tafelspringers huilen tranen met tuiten. Hun publiek is weg. Productiever zijn we er ook op geworden. Veel productiever. In het ergste geval verspilden sommigen dagelijks één tot twee uur richting werk en weer terug. Dat is tijd die je nu kan opvullen met actief bezig zijn. Meer professionele levenskwaliteit. Je baas is niet meer echt je baas. Thuiswerk vlakt de hiërarchie af. En, je hebt meer autonomie en impact op hoe je je dag indeelt. Leuk, toch? Het is dus niet allemaal kommer en kwel. Alles hangt er maar vanaf hoe jij zelf naar de dingen kijkt, toch?

Pascal Dewulf