Waarom verdere prestaties bij een ontslag om een dringende reden niet kunnen
24/05/2021
Als je werkgever je ontslaat om een dringende reden moet hij je dadelijk laten stoppen met werken. Doet hij dat niet dan is het ontslag ten onrechte en kan je een verbrekingsvergoeding vragen. Dat bewijst een recent arrest van het arbeidshof te Antwerpen.
Wat was er gebeurd?
Een verpleegster die was tewerkgesteld in een woon-zorgcentrum werd ontslagen om een dringende reden. Het ontslag werd gepost om 16 uur. In het schrijven waarin melding van het ontslag om dringende reden werd vermeld dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst dezelfde dag vanaf 22 uur zou plaatsvinden. De werkneemster betwistte naderhand het ontslag en stapte naar de arbeidsrechtbank waar ze onder andere een verbrekingsvergoeding vroeg.
Wat besliste de rechter?
Voor het arbeidshof kreeg de werkneemster gelijk. Volgens het hof was er geen sprake van een dringende reden voor een ontslag wat al bleek uit het feit dat de werkgever wilde dat de arbeidsrelatie nog enkele uren zou blijven duren.
Volgens het arbeidshof is het om een werknemer te kunnen ontslaan om een dringende reden nu eenmaal vereist dat de samenwerking met de werknemer onmiddellijk en definitief onmogelijk wordt. Door de werknemer nog een tijdje in dienst te houden (al is het maar enkele uren) gaf de werkgever volgens de rechter eigenlijk zelf toe dat de samenwerking tussen de partijen niet onmiddellijk onmogelijk was.
Wat te onthouden?
Als je werkgever je arbeidsovereenkomst om een dringende reden beëindigt, moet hij de samenwerking met jou onmiddellijk stopzetten. Hij mag je dus niet langer laten werken in het bedrijf, zelfs geen aantal uren. Doet hij dat toch, dan kan je meteen argumenteren dat daaruit alleen al blijkt dat er geen sprake was van een dringende reden. Je kan dan zeggen dat je werkgever je ten onrechte om een dringende reden ontsloeg en een verbrekingsvergoeding van hem vragen.
Beëindig jij als werknemer de arbeidsovereenkomst om een dringende reden lastens je werkgever, dan geldt overigens hetzelfde. Ook dan is het uit den boze nog een tijdje te blijven werken (hoe kort die tijd ook is).
Jan Roodhooft, advocaat
Arbh. Antwerpen (afd. Hasselt), 22 december 2020