Dit moet je terugbetalen als je werkgever je te veel loon betaalde
04/11/2019
Als je werkgever je per vergissing te veel loon uitbetaalde, moet je hem meer terugbetalen dan alleen maar het nettoloon dat je kreeg. Dat blijkt alvast uit een recent arrest van het hof van cassatie.
Wat was er gebeurd?
Een werkgever betaalde per vergissing aan een werknemer te veel loon uit. Op het moment dat de werkgever dat vaststelde, eiste die het te veel betaalde bedrag van de werknemer terug. Volgens de werkgever moest de werknemer daarbij niet alleen het aan hem betaalde nettoloon terugbetalen, maar ook de bedrijfsvoorheffing die was ingehouden en de socialezekerheidsbijdragen die op het loon werden betaald.
Wat besliste de rechter?
Het hof van cassatie volgde de werkgever deels in zijn redenering. Volgens het hof moet je als werknemer, als je ten onrechte loon krijgt uitbetaald, het zogenaamd ‘semibrutoloon’ terugbetalen aan je werkgever. Concreet betekent dit dat je werkgever kan vragen dat je hem het nettoloon, vermeerderd met de ingehouden bedrijfsvoorheffing, terugbetaalt. De socialezekerheidsbijdragen die je werkgever betaalde op het onterecht betaalde loon kan je werkgever integendeel niet van je terugvragen. Hiervoor zal je werkgever moeten aankloppen bij de RSZ.
Wat te onthouden?
Als je werkgever je te veel of ten onrechte een bepaald bedrag aan loon betaalt, kan je werkgever dat bij je terugvragen. Er is dan sprake van een zogenaamde onverschuldigde betaling. Je werkgever kan dan niet alleen het nettoloon dat hij betaalde van jou terugvragen, maar ook de ingehouden bedrijfsvoorheffing. Die ben je niet ‘kwijt’. Je kan ze namelijk recupereren bij de fiscus doordat ze in mindering wordt gebracht op de belastingen die je moet betalen.
Wist je dat je te veel loon ontving, maar ‘zwijg’ je dat tegen je werkgever (in de hoop dat hij het niet opmerkt), moet je ook intresten betalen vanaf de datum van de ontvangst. Was je ’te goeder trouw’ dan ben je maar intresten verschuldigd vanaf het moment dat je werkgever de gelden bij je terugvraagt.
Jan Roodhooft, advocaat
Bron: Hof van cassatie, 16 september 2019, www.juridat.be