Wat riskeer je als je een niet-concurrentiebeding overtreedt?

In je arbeidsovereenkomst werd een niet-concurrentiebeding opgenomen. Wat riskeer je als je deze bepaling niet naleeft? En loopt ook je nieuwe werkgever (bij wie je een functie uitoefent die in strijd is met het niet-concurrentiebeding) enig risico?

Als er in je arbeidsovereenkomst een niet-concurrentiebeding staat, is het belangrijk om in eerste instantie na te gaan of deze bepaling wel geldig is. Blijkt de clausule inderdaad aan de wettelijke voorwaarden te voldoen en schend je de inhoud ervan dan kan dat belangrijke gevolgen hebben.

Stopzetting

Je ex-werkgever kan vooreerst vragen dat je de activiteit die je doet en die in strijd is met het niet-concurrentiebeding stopzet. Doe je dat niet, kan hij zelfs een procedure starten voor de kortgedingrechter. Die kan je verbieden om de activiteit verder te zetten voor de duur van het niet-concurrentiebeding. De kortgedingrechter kan zelfs een dwangsom opleggen. Dat is een bedrag dat je bijvoorbeeld per dag moet betalen als je je niet houdt aan het verbod van de rechter.

Schadevergoeding

Je werkgever kan ook een schadevergoeding van je vragen. Ben je handelsvertegenwoordiger, kan er in de arbeidsovereenkomst een forfaitaire vergoeding staan die je moet betalen bij een schending van het concurrentiebeding. Die mag niet hoger zijn dan een som gelijk aan drie maanden loon. Je werkgever kan evenwel een hogere vergoeding eisen, mits hij het bestaan en de omvang van het nadeel bewijst.

Ben je geen handelsvertegenwoordiger, kan er eveneens een forfaitaire vergoeding in je arbeidsovereenkomst staan. Je moet dan het bedrag terugbetalen dat de werkgever je betaalde om het beding toepassing te zien vinden en daarbovenop nog eens een gelijkwaardig bedrag. De rechtbank kan dit bedrag evenwel verminderen of zelfs vermeerderen. Wil je werkgever een hoger bedrag van je vragen dan moet hij het bewijs leveren dat hij een hogere schade leed.

Een vergoeding van je nieuwe werkgever?

Je ex-werkgever zou ook een schadevergoeding kunnen vragen van je nieuwe werkgever. Als die op de hoogte was van het niet-concurrentiebeding en je toch tewerkstelde, kan hij zich namelijk eventueel schuldig maken aan een zogenaamde derde medeplichtigheid aan contractbreuk.

Jan Roodhooft, advocaat