Daarom is je werkgever (laten) ’tapen’ niet zonder gevaar…
10/12/2018
Als je als werknemer heimelijk geluidsopnames laat maken van vergaderingen van je werkgever, dan loop je het risico te worden ontslagen om een dringende reden. Dat bewijst een arrest van het arbeidshof in Brussel.
Wat was er gebeurd?
Een werknemer was binnen een bedrijf actief als directeur-generaal. Binnen de raad van bestuur (waarop de werknemer normaal altijd aanwezig was) zou gesproken worden over de doelstellingen die de werknemer diende te bereiken. Die bespreking zou vertrouwelijk zijn en buiten aanwezigheid van de werknemer gebeuren.
De werknemer zorgde er via een ondergeschikte werknemer voor dat de vergadering werd getapet en dat de geluidsopname in zijn bezit kwam. Toen de werkgever dit vaststelde, werd de werknemer ontslagen om een dringende reden. De bediende liet het er niet bij en stapte naar de rechtbank waar hij een verbrekingsvergoeding vroeg.
Wat besliste de rechter?
Het arbeidshof gaf de werknemer ongelijk. Volgens het arbeidshof lag er in dit geval wel degelijk een dringende reden voor een ontslag voor. Het arbeidshof wees er op dat de werknemer de vertrouwelijkheid van de bespreking had aanvaard door de vergadering te verlaten. Door vervolgens die vertrouwelijkheid op een verdoken wijze te omzeilen en door ondergeschikten in te zetten om een opname van deze beraadslaging in handen te krijgen, pleegde de werknemer een misbruik van vertrouwen. Dat was volgens het arbeidshof meteen een voldoende reden voor het ontslag om dringende reden.
Wat te onthouden?
Als je vergaderingen van en/of gesprekken met je werkgever tapet, hoef je meestal niet te vrezen om om die reden te kunnen worden ontslagen om een dringende reden. Toch kan dat in uitzonderlijke gevallen wel het geval zijn. Indien je een vertrouwelijke bespreking heimelijk tapet en/of andere werknemers de opdracht geeft om voor jou te tapen wordt het risico dat men je wel degelijk om een dringende reden kan ontslaan groter.
Jan Roodhooft, advocaat
Arbeidshof Brussel, 20 maart 2018, www.juridat.be